Als een religieus kasteel reikt de Sacra di San Michele naar de hemel. Er heerst hier stilte. Stil staat ook de tijd. Nergens voelt eens mens zich nietiger, nederiger en vergankelijker dan op een plek als deze.
We staan op de top van de Monte Pirchirione, ten westen van Turijn, duizend meter hoog, bij het meest indrukwekkende klooster van Piemonte, gesticht in de tiende eeuw.
Het torenhoge portaal dat bij binnenkomst boven je oprijst doet je meteen ineenkrimpen. Voor je ligt, bijna als een ladder zo steil, de scalone dei morti met zijn door de eeuwen heen uitgesleten treden. Als je goed luistert, hoor je er de monniken sloffen op hun eindeloze rituele ommegangen door het klooster. De trap ontleent zijn naam aan het gegeven, dat er vroeger graven aan de zijkant lagen.
Via de porta dello zodiaco, omzoomd door schitterende romaanse zuilen en kapitelen die met de tekenen van de dierenriem verwijzen naar de vergankelijkheid van het menselijk leven, komt de ‘dodentrap’ uit op een buitenbordes met een bizar geheel van steunbogen. Van hieruit loopt weer een trap naar de abdijkerk, gebouwd boven een crypte die de kiem vormt van het steeds verder uitgebouwde complex.
Opzij van de kerk strekt zich, je leest het goed, als ‘dak’ van de onderliggende torenhoge ruimte een plat terras uit. Een horeca-ondernemer zou een fortuin neerleggen voor deze locatie met zijn onwaarschijnlijke uitzicht op de vallei en de omliggende bergen.
Vanaf dit terras kijk je ook uit op het nuovo monastero (twaalfde eeuw), nu een ruïne. Aan de rand daarvan ligt, boven de onpeilbare diepte, de torre della bell’Alda. Volgens de legende vluchtte de schone Alda deze toren in om uit de grijpgrage handen van hitsige huursoldaten te blijven. Ten einde raad sprong ze uit het raam, en zie: engelen, ongetwijfeld ingefluisterd door de aartsengel Michael, vingen haar op en zetten haar behouden op de grond. Haar droeve lot wilde, dat ze de scène nog eens overdeed om haar dorpsgenoten getuige te laten zijn van de wonderbaarlijke redding. Aan die ijdele vertoning wensten de engelen echter geen medewerking te verlenen: Alda viel alsnog te pletter.
De Sacra beleefde zijn bloeitijd tussen de 12e en 15e eeuw, toen het gold als een van de belangrijkste spirituele centra van de benedictijnen in Italie. In die tijd ook bood het met de aan het klooster verbonden foresteria onderdak aan de talloze bedevaartgangers die over de Via Francigena, de pelgrimsroute vanuit Frankrijk over de Moncenisio, Italie binnenkwamen.
Umberto Eco putte uit de Sacra inspiratie voor zijn monumentale roman ’In de naam van de roos’. Wil je een bezoek aan het klooster combineren met een wandeling: vanuit Sant’Ambrogio en Chiusa di San Michele kun je over oude muilezelpaden prachtige tochten naar boven maken en je voor even een middeleeuwse pelgrim wanen.
コメント