Een jaar of 25, 30 geleden las ik in een Italiaans tijdschrift iets over een piepklein, geheel verlaten stadje in Umbrië, dat – ook nog eens gehavend door aardbevingen – op instorten stond en reddeloos verloren leek. Maar, zo viel te lezen, er was een reddingsplan: de hele borgo zou aardbevingsbestendig gerestaureerd worden en alle huizen die uit die operatie voortkwamen zouden te koop worden aangeboden. Nu is er bij Italiaanse plannen tot redding van erfgoed niet altijd reden om onmiddellijk de vlag uit te hangen, maar het verhaal en vooral ook het daarbij geplaatste fotootje van de borgo trokken mijn aandacht en ik maakte een aantekening op mijn oude vertrouwde atlante stradale van de Touring Club Italiano. In het artikel was ook nog sprake van een in 1979 uitgegeven boek van de Amerikaanse architect Norman Carver, getiteld Italian Hilltowns, op de cover waarvan een foto van het stadje prijkte. Dat boek wilde ik hebben, maar het was in Europa niet leverbaar en aan een bestelling in de VS hing een absurd prijskaartje.
Er moesten heel wat jaren voorbijgaan eer ik de kans kreeg om het plaatsje waar ik het hier over heb, Castello di Postignano, kortweg ook Postignano geheten, te bezoeken. De beoogde visite liep in eerste instantie uit op een kleine ramp. Ik raakte onderweg, ook nog eens in een enorme stortbui, verzeild op een geitenpad vol kuilen en plassen dat de bergen in voerde en waar geen einde aan kwam. Uiteindelijk moest ik onverrichterzake terugkeren. Bij nader onderzoek bleek wat er aan de hand was: ik had destijds op de kaart een zekere Rocca di Postignano, in de buurt van Nocera Umbra, gemarkeerd, in de veronderstelling dat het hier om het gelijknamige Castello ging. Nee dus. Castello di Postignano, dat in het geheel niet te vinden was op de toch behoorlijk gedetailleerde atlante, bleek bij nader inzien iets ten zuiden van Sellano te liggen, in de Valle del Vigi, een zijvallei van de bekendere Valnerina. Goed, de volgende dag lukte het dus wel.
Al bij de eerste aanblik begrijp je waarom Norman Carver Castello di Postignano het ‘archetype van de Italiaanse borghi’ noemde. Het is stadje en kasteel tegelijk, in zijn geheel puur gebouwd voor bewakende en defensieve doeleinden; daarom draagt het de naam Castello, terwijl het helemaal geen kasteel is of heeft en over niet meer dan een uitkijktoren beschikt. De verklaring voor de ‘militaire’ stijl is dat Postignano in de Middeleeuwen een strategische ligging had in de vallei, langs de wegen die vanuit de Valnerina naar belangrijke steden als Spoleto en Foligno leidden.
Over de geschiedenis van de kleine borgo is niet zo veel bekend. Waarschijnlijk ontstond Postignano in de elfde, twaalfde eeuw, maar mogelijk ook al eerder. Na de Tweede Wereldoorlog liep het stadje geleidelijk leeg en in 1963 verlieten de laatste gezinnen er hun huizen vanwege het dreigende instortingsgevaar. En als de mens eenmaal weg is, gaat het verval snel. Op de een of andere manier kwam Postignano in het vizier van de regionale en nationale overheid en ontstonden er plannen om de karakteristieke borgo een nieuw leven te geven. In 1994 werd een begin gemaakt met de aankoop van percelen en gebouwen.
Het werd een lang en gecompliceerd proces, bouwkundig, juridisch en financieel, en in 1997 zorgde een nieuwe aardbeving ook nog eens voor forse vertraging. Pas in 2014 kon het hele project opgeleverd worden en waren de zestig huizen en de kerk van Postignano klaar voor een nieuwe toekomst, als een feniks uit de as herrezen. Een levend stadje kon het niet meer worden, daarvoor ligt het naar de maatstaven van nu te afgelegen. Levendig werd het echter wel weer: een deel van de huizen werd verkocht als vakantiewoning en de rest van de borgo fungeert als albergo diffuso, een hotel met kamers en appartementen verspreid door het hele stadje. Er zijn restaurants, terrassen en kleine winkeltjes. Gelukkig is het geen ‘vakantiedorp’ geworden; alles is nauwgezet en met liefde en respect gerestaureerd.
Het nieuwe Postignano herbergt ook een klein museum, dat getuigenis aflegt van de geschiedenis en het vroegere leven in de borgo. Ook worden er exposities gehouden. Tijdens mijn bezoek waren er prachtige zwartwit-foto’s te zien van de schrijfster/fotografe Flavia Amabile, die een boek heeft uitgebracht over de verdwijnende cultuur van het werk van landarbeiders in de citroenplantages aan de Amalfikust.
Het kerkje van San Lorenzo, ook Santissima Annunziata geheten, kreeg eveneens een wedergeboorte. Er worden nu congressen, evenementen en concerten gehouden. De fraaie fresco’s uit de vijftiende en zestiende zijn geheel gerestaureerd en dragen nu bij aan de intieme sfeer die in het voormalige kerkgebouwtje heerst.
En het boek van Norman Carver? Tot mijn grote vreugde vond ik het in Postignano, nota bene in een nieuwe Italiaanse versie, uitgegeven ter gelegenheid van het gereedkomen van het ‘nieuwe Castello di Postignano’. Zo werd na vele jaren het cirkeltje toch nog rond.
Hieronder nog een paar foto's uit het prachtige boek.
Fotocredits:
foto 1: www.castellodipostignano.it
overige foto's: eigen werk
Leuk.
interessant verhaal en prachtige foto's. Ik weet niet of het stadje zelf snel zou bezoeken. Het ziet er wel erg gladjes en gelikt uit, wat natuurlijk niet verwonderlijk is als iets bijna helemaal uit het niets is opgetrokken, maar op het eerste gezicht mist er iets... Dank niettemin.