Wie mijn blog een beetje volgt, weet inmiddels dat ik graag de schijnwerper richt op wat onbekender plekjes in Italië. Van mij dus geen verhalen over het Colosseum of de scheve toren van Pisa. Op de tocht ‘buiten de gebaande paden’ brengen we dit keer een bezoek aan Narni, een stadje in het zuidelijke puntje van Umbrië, vlakbij de grens met Lazio. Rome ligt zo’n honderd kilometer verderop.
Narni was al eeuwenlang een nederzetting van de Umbri, toen de Romeinen de plaats in 299 voor Christus veroverden na een beleg van liefst een jaar. De nieuwe heersers noemden de stad Narnia, naar de rivier de Nar, de huidige Nera. Wellicht doet de Romeinse naam Narnia een belletje rinkelen, omdat er een bekende (ook verfilmde) boekenreeks De Kronieken van Narnia van de Engelse schrijver C.S. Lewis bestaat. Die boeken en films hebben echter niets te maken met het echte stadje; wel is het zo dat de schrijver de naam Narnia aan de hand van een kaart van Italië uitkoos omdat hij die zo mooi vond klinken.
Het tegen een heuvel gebouwde Narni toont zich meteen al bij aankomst van een gastvrije kant, want het heeft liften en zelfs een heus kabeltreintje om je vanaf de beneden liggende parkeerplaatsen comfortabel naar boven te helpen. Neem je het treintje, dan kom je via een korte passage direct uit op de hoofdstraat, de Via Garibaldi.
Al gauw loop je daar tegen het Palazzo dei Priori aan. Het ligt op de plek waar zich ooit het Romeinse forum bevond. Opvallend zijn de twee hoge bogen, die toegang geven tot de fraaie loggia op straatniveau. De gevels laten sporen zien van fresco’s en inscripties. Het bovenste deel van het palazzo dateert uit de Renaissance.
Recht ertegenover ligt het Palazzo Comunale, waarvan de bestanddelen teruggaan tot het eind van de 13e eeuw. Het palazzo is samengesteld uit drie torenwoningen die met elkaar werden verbonden, hetgeen in de vormen van de gevel goed zichtbaar is. Een merkwaardig element in die gevel is de kleine langwerpige loggia, waarvan je niet goed kunt zien of hij echt van binnenuit toegankelijk is dan wel een louter decoratief doel dient. De reliëfs boven die loggia dateren eveneens uit de 13e eeuw en verbeelden heel diverse thema’s: Judith en Holofernes, fantasiedieren, een valkjacht en toernooiridders. Lukrake invallen van de maker, zo lijkt het.
Naast wereldlijke gebouwen telt Narni enkele bijzondere kerken. De belangrijkste is de kathedraal van San Giovenale, opgedragen aan de eerste bisschop van de stad, die leefde in de 4e eeuw. Zoals meestal het geval is met vroegchristelijke heiligen, is over deze Juvenalis zo goed als niets bekend. Wel las ik dat zijn relikwieën in de 9e eeuw werden gestolen en naar Lucca overgebracht. Al vrij snel werden ze weer teruggegeven, omdat er onder het volk aldaar allerlei ziektes uitbraken die werden opgevat als straf voor de roof. De kerk, gesticht in de 11e eeuw en in later eeuwen een paar keer uitgebreid, heeft aan een (lager gelegen) zijde een trappartij en aan een andere zijde een portico. Het middenschip is romaans, de zijschepen werden later aangebouwd. Onder het altaar bevindt zich de cripte waarin de relikwieën van de heilige rusten.
De kathedraal kijkt uit over de Piazza Garibaldi, een best wel apart plein waarvan ik ook een paar impressies laat zien. Een mix van strenge, middeleeuwse gebouwen en aanpassingen in later stijlen.
De San Francesco, een andere kerk, ziet er van buiten niet erg indrukwekkend uit, maar verrast binnen des te meer. Op de plek waar de kerk verrijst zou Franciscus zich in het jaar 1213 een paar dagen hebben opgehouden. De plaatselijke bisschop had hem uitgenodigd om een paar wonderen te komen verrichten, waaronder de genezing van een lamme en een blinde en de uitdrijving van een duivel. Kennelijk was deze onderneming zo succesvol dat de inwoners van Narni besloten om ter plekke een kerk ter ere van Franciscus op te richten. De intieme San Francesco is rijk bedeeld met fresco’s, merendeels uit de 14e eeuw. Je vindt ze op de zuilen en in de kapellen in de zijschepen.
Ook de 14e-eeuwse San Domenico heeft op het eerste gezicht niet echt een oogstrelend uiterlijk.
Bij nadere beschouwing zijn er echter interessante details te ontdekken. Bijzonder is vooral de omlijsting van het portaal, die bestaat uit langwerpige stenen blokken, rijk bewerkt met afbeeldingen van de apostelen. Tussen die afbeeldingen in vinden we prachtige reliëfs met fantasiemotieven. Een daarvan, in de lijst rechts, is wel heel apart: daar zien we een zogenaamde Hemelvaart van Alexander de Grote. Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik tot een jaar geleden nooit gehoord had van enige hemelreis van deze legendarische Macedonische veroveraar. Het tafereel in kwestie heb ik dan ook helemaal niet opgemerkt toen ik het portaal van de San Domenico fotografeerde. Daarom moeten jullie het nu helaas doen met een korrelige, achteraf gemaakte uitvergroting.
Het voert te ver om hier diep in te gaan op deze Alexanderlegende, maar ik kan het niet laten om hierna een tipje van de sluier op te lichten.
De foto hieronder, die ik ooit maakte bij het kerkje van Santa Maria della Strada, in Molise, laat het onderwerp veel beter zien.
Destijds had ik geen idee van wat dit tafereel moest voorstellen. We zien een man, aan zijn attributen, maar ook vanwege het hele plaatje herkenbaar als Alexander de Grote, in een soort korf of hangmat, die wordt voortgetrokken door grote griffioenen. In zijn handen houdt hij twee stokken of speren, waarop twee dode dieren (men zegt: hazen) gestoken zijn. De vogels zijn hongerig en proberen de hazen te verorberen, waardoor zij steeds verder omhoogstijgen. Kortom: Alexander maakt hier een luchtreis, ofwel, zoals christenen zouden zeggen, hij stijgt ten hemel. Er zijn allerlei interpretaties over de betekenis van dit motief. Zo zou het een metafoor zij voor de menselijke overmoed: Alexander stort uiteindelijk neer, net als Icarus. In andere duidingen wordt hij zich tijdens zijn hoge vlucht bewust van de nietigheid van zijn aardse ondernemingen. Hoe het ook zij, het wonderlijke zit toch vooral in het feit dat Alexanders avontuur wordt afgebeeld op of in allerlei uitgesproken christelijke gebouwen. De Macedoniër leefde ruim 3 eeuwen voor Christus en is dus per definitie een heiden.
Volgens de overlevering is de San Domenico gebouwd op de resten van een tempel van Minerva. Of dat waar is weet ik niet, maar wel is het zo dat zich onder de kerk ruimtes bevinden die in de Middeleeuwen gebruikt werden als gevangenis en als martelkamers van de Inquisitie. Tegenwoordig is de kerk niet meer in gebruik en alleen op afspraak te bezichtigen.
Narni’s mooiste kerkje vind ik toch wel de kleine Santa Maria Impensole. Het ligt een beetje weggedrukt tussen de gebouwen aan de hoofdstraat en je loopt er zo aan voorbij. Ook hier is de bodem oud: onder het kerkje liggen twee Romeinse cisterna’s, waterreservoirs. De omlijstingen van de drie deuren in het voorportaal laten fantasierijke verbeeldingen zien van planten en dieren met een symbolische betekenis.
Binnen kunnen we prachtige kapitelen bewonderen op de zuilen die de drie schepen van de kerk scheiden. Fraai zij ook de middeleeuwse fresco’s op de zijwanden.
In Narni is de Kerk niet alleen aanwezig in kerken, maar ook in militaire gebouwen, zoals de imposante Rocca di Albornoz, gelegen op het hoogste punt van Narni. De burcht werd tussen 1367 en 1378 gebouwd in opdracht van kardinaal Albornoz, een soort supergeneraal in dienst van de Kerk. Eenmaal boven bij de Rocca aangekomen (het is best wel een klimmetje) geniet je van een prachtig uitzicht op Narni en de wijde omgeving en besef je ook meteen hoe strategisch dit kasteel was gelegen.
Albornoz? Dat klinkt Spaans, en dat is het ook. Albornoz was een ijzervreter in dienst van de Kerk; veel generaal en weinig kardinaal, om het zo te zeggen. Hij speelde een belangrijke rol in een moeilijke periode van de Kerk. Gedurende een groot deel van de 14e eeuw zetelden de pausen noodgedwongen niet in Rome, waar het voor hen niet meer veilig was, maar in het Zuid-Franse Avignon. Dit tijdperk wordt wel aangeduid als de Babylonische ballingschap. Op enig moment stuurde Paus Innocentius IV, die wilde terugkeren naar Rome, Albornoz met een huurleger vooruit om de pauselijke gebieden in Midden-Italië, die bijna allemaal verloren waren gegaan voor de Kerk, terug te veroveren. Toen dat gelukt was, liet Albornoz een hele serie vestingwerken oprichten die ervoor moesten zorgen dat de Kerkelijke staatjes in de toekomst beter verdedigd konden worden. Zo zijn, behalve de Rocca van Narni, ook die van Spoleto en Viterbo ontstaan, en nog talloze andere. Albornoz mocht de glorieuze terugkeer van de paus in Rome overigens niet meemaken; hij stierf net te vroeg.
Het kasteel heeft een vierkante plattegrond met vier vooruitstekende torens, waarvan één maschio, donjon, die op zijn beurt een soort versmelting is van twee afzonderlijke torens. Er lag vroeger ook een gracht omheen.
Hoewel de Rocca er streng en puur functioneel uitziet, was het er redelijk goed toeven. Er logeerden kardinalen, pausen en wereldlijke vorsten. De fresco’s die hier en daar nog te vinden zijn en die je doorgaans niet zult aantreffen in een kazerne, getuigen van het feit dat de burcht niet alleen een militaire functie had. Paus Eugenius IV liet op een beschilderde boog zelfs zijn wapenschild achter.
Er zijn nog veel meer interessante bezienswaardigheden in Narni, zoals het Romeins aquaduct, de pre-romeinse bron van Feronia en de Etruskisch-Romeinse rivierhaven van Stifone. Bijzonder is zeker ook het ondergrondse Narni, Narni sotterranea, dat voor een deel te bezoeken is. De excursie brengt je zelfs naar een ondergrondse kerk! Helaas waren wij in coronatijd in Narni en moesten we deze ontdekkingstocht aan ons voorbij laten gaan. Je vindt er meer informatie over op Narni Sotterranea - Turismo Narni.
Als je toch in Narni bent, wil je vast ook het mooiste romaanse kerkje van de hele omgeving zien: de Santa Pudenziana. Ik schreef er eerder over.
Fotocredits:
foto 34: Liviandronico2013, Wikimedia
foto's 35 t/m 39: Mattis, Wikimedia
foto 84: Odoacre, Wikimedia
foto 96: website Narni Sotterranea
Alle overige foto's: eigen materiaal
Alfons, GRAZIE !
Mooie Romaanse beeldhouwkunst en veertiende-eeuwse fresco's weer!