In Abruzzo wemelt het van bijzondere kerken en kloosters. Een van de hoogtepunten is de San Clemente a Casauria, gelegen aan de rand van het Parco Nazionale della Majella. De abdij werd in 871 gesticht door Lodewijk II, achterkleinzoon van Karel de Grote en op dat moment koning van Italië. Oorspronkelijk droeg het klooster een andere naam, maar die werd al na een jaar veranderd toen het de stoffelijke resten ging bewaren van Clemens I, een van de eerste pausen van Rome. Nou ja, paus… in die eerste eeuw na Christus bestond die titel nog helemaal niet. Clemens was gewoon bisschop van Rome en zelfs dat is eigenlijk al teveel gezegd. Later werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de bekende basiliek van San Clemente in Rome.
Het waren roerige tijden in Italië en ook de abdij ontsnapte daar niet aan. Al een paar decennia na de stichting werd het complex geplunderd door de Arabieren en later verwoest door de Normandiërs. Vanaf 1076 werd de abdij hersteld en kreeg hij, met nog verdere aanpassingen in de twaalfde eeuw, zijn huidige romaanse uiterlijk.
We weten dit allemaal dankzij de Chronicon Casauriense, een verzameling kronieken over de wederwaardigheden van de abdij uit de twaalfde eeuw. Deze bundel manuscripten werd tweehonderd jaar later geroofd door de Franse koning Karel VIII en is nu in Parijs te zien.
Vóór we verder gaan: een aanzienlijk deel van de abdij is in de loop van de negentiende eeuw verloren gegaan. Vandaag de dag zien we dus slechts een deel van het originele complex, en dan met name de kerk.
Het eerste wat in het oog springt is de imposante portico, met drie bogen en deuren. Vóór de twaalfde eeuw moet dit voorgebouw nog veel grootser geweest zijn, getuige de resten van de zuilen die voor de entree staan. De kapitelen zijn prachtig gedecoreerd met figuren van monsters en demonen en hun tegenhangers, symbolen van het goede en de deugd. Schitterend zijn ook de zuilen en reliëfs die dienen als omlijsting van de bogen en de deuren.
Het reliëf boven het middenportaal toont in het midden Clemens in pauskledij, met aan zijn rechterhand twee heiligen en links van hem abt Leonate die de patroonheilige een model van de hernieuwde abdij aanbiedt.
De bronzen deur van het middenportaal dateert uit het eind van de twaalfde eeuw en is grotendeels nog origineel. Op de panelen staan figuren afgebeeld van Lodewijk II en verschillende abten, andere laten wapens zien van kastelen die onder het gezag van de San Clemente vielen, en flora-ornamenten die duidelijk islamitisch geïnspireerd zijn.
Binnen is de abdijkerk zo goed als leeg, maar des te mooier komen de drie pronkstukken uit die het beeld van de ruimte bepalen: het altaar met ciborium, de preekstoel en de kandelaar.
Als altaar dient een vierde-eeuwse sarcofaag, die met deze bestemming een nieuw leven kreeg. De reliëfs aan de voorzijde laten in het midden Christus zien tussen Petrus en Paulus en aan de zijkanten Petrus respectievelijk nog een keer deze apostel terwijl hij Christus verloochent.
Het vierkante, op vier zuilen geplaatste ciborium heeft aan alle zijden prachtige decoraties en is voorzien van een piramidevormig dak.
De ambone, de preekstoel uit de twaalfde eeuw, toont ons sculpturen van een leeuw en een adelaar, symbolen van de evangelisten Marcus en Johannes. Waarschijnlijk was er destijds nog een tweede kansel, opgedragen aan de twee andere evangelisten. De bronnen die ik opzocht lieten zich niet uitzonderlijk enthousiast uit over deze preekstoel, maar ik vind hem met mijn beperkte kennis van zaken onwaarschijnlijk mooi. Kijk eens naar die rozetten; hoe maak je zoiets? Het gaat mijn begrip te boven.
Dan is er nog de bijzondere, metershoge Paaskandelaar. Ook die heeft een respectabele leeftijd, al is hij een aantal keren beschadigd geraakt door aardbevingen. In zijn huidige versie bestaat hij uit elementen van verschillende perioden: het aan de voet bewerkte onderstuk is een antieke zuil, het middenstuk dateert uit de vijftiende en het met cosmatisch mozaïek bewerkte bovenste deel uit de dertiende eeuw.
De cripte onder het koor van de abdijkerk is het oudste en ook meest mysterieuze deel van het complex. Je waant je er in een scène van De naam van de roos. De donkere, grotachtige ruimte is gebouwd met materiaal van Romeinse gebouwen die hier in de omgeving stonden. Je vindt er onder andere vier korinthische kapitelen en een militaire zuil met inscripties uit de vierde eeuw. Oorspronkelijk stonden er drie altaren in de cripte; daarvan is er een overgebleven.
Als kers op de taart heeft de San Clemente ook nog een klein maar fraai museum, ondergebracht in een vleugel van wat rest van het kloostergedeelte. Hier staan vondsten uit de Romeinse tijd en overblijfselen uit de vroegste fasen van het klooster uitgestald. Al met al, tweeduizend jaar geschiedenis binnen de muren van een fascinerende abdij.
Fotocredits:
foto 3, 4 en 5: Ziegler, Wikimedia
foto 6: publiek domein, Wikimedia
Alle overige foto's eigen werk
Comentarios