Sprookjesachtig Ravello: Villa Cimbrone
- Alfons Caris
- 7 jul
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 12 jul

Met een blik op Villa Cimbrone ronden we het drieluik over Ravello af.
Zoals dat ook geldt voor zijn evenknie Villa Rufolo mogen we de gebouwen en tuinen van het lustoord Cimbrone gerust een unieke verzamelplaats van beelden, antieke voorwerpen, fonteinen en grotten noemen. Ook de fenomenale uitzichten ontbreken er niet. Onvergetelijk is vooral het panorama vanaf het punt dat de even fraaie als toepasselijke naam Terrazza dell’Infinito (Terras der Oneindigheid) draagt. Maar nu eerst wat losse impressies van het park.


Het oorspronkelijke landgoed dat op deze plek, een rotsachtig voorgebergte met de naam Cimbrogno, gesitueerd was, dateert uit de elfde eeuw. Behalve een kasteel, het huidige klooster van Santa Chiara, lag hier de residentie van de voorname familie Acconciajoco. Later ging het bezit over in handen van andere families in Ravello. In het begin van de 20e eeuw – de villa en het omliggende terrein verkeerden inmiddels in deplorabele staat – werd het complex aangekocht door een Engelse bankier, Ernest William Beckett, een man die later als baron Grimthorpe door het leven ging.




Dat Beckett de zaak restaureerde, kun je beslist niet zeggen: hij richtte er namelijk een gebouwencomplex op geheel naar eigen smaak, met een eclectische mix van gotische, Moorse en Venetiaanse stijlen. Van de oorspronkelijke villa is nauwelijks iets te bespeuren. Dit maakt zijn schepping echter niet minder bijzonder. Beckett richtte ook de tuinen geheel opnieuw in naar de mode van toen, met nostalgische verwijzingen naar zowel Engelse als Italiaanse stijlen.


De ingang van het park, direct voorbij het klooster van Santa Chiara, bereik je met een prachtige wandeling vanuit het centrum van Ravello. De schitterende panorama’s onderweg zorgen ervoor dat je al snel in de juiste stemming komt.







Eenmaal voorbij de entree zal je aandacht meteen getrokken worden door het zogenaamde klooster, met zijn sprookjesachtige binnenplaats. Het kan niet anders of je zult vooral hier verwonderd raken door de bizarre en tegelijk harmonieuze stijlenmix waarmee Beckett zijn droomvilla leven heeft ingeblazen. Fascinerend zijn ook de talrijke decoraties en sculpturen die de binnenplaats zo'n aparte charme verlenen. En let eens op de manier waarop de boogvormen de patronen van het naastgelegen klooster van Santa Chiara echoën. Eigenlijk geldt dat trouwens voor de hele binnenhof.









(op de foto's hierna: links en onder de binnenhof van het klooster, rechts die van de villa)

Vanuit het ‘klooster’ kom je als vanzelf op de Viale dell’Immensità, de Laan der Onmetelijkheid. Ik weet niet hoe het jou vergaat bij het lezen van zo’n naam, maar zelf kreeg ik het gevoel dat ik mijn hele leven al een Laan der Onmetelijkheid had willen bewandelen. Aan het eind van het pad staat het tempeltje met het beeld van Ceres, de godin van het graan, het belangrijkste voedsel in de Oudheid.








Voorbij het tempeltje van Ceres beland je op het hoogtepunt van de wandeling, het Terras der Oneindigheid, een met klassieke bustes gedecoreerd bordes op de rand van de steile helling die beneden overgaat in een immense massa blauw van zee en lucht. Het is een wonderbaarlijke plek die niet in camerabeelden is vast te leggen, want wat je ogen zien is niet te vatten door een lens. En dan zwijg ik nog over de mensen die voortdurend in je beeld lopen of hangen. Je wilt toch niet dat een over de balustrade leunende toerist in korte broek, of een maniakaal selfies makend stelletje, jouw Oneindigheid verstiert? Enfin, hopelijk krijg je met deze foto’s, hoezeer ze ook tekortschieten ten opzichte van de werkelijkheid, toch een indruk.











Op je terugweg kun je het tempeltje van Bacchus en de rozentuinen bezoeken.






Beckett zou geen Engelsman geweest zijn, als hij niet ook een theepaviljoen had laten oprichten. Wederom een bouwwerk in een exotische stijlenmix. Ten tijde van ons bezoek was het paviljoen in gereedheid gebracht voor een huwelijksceremonie. Geen verkeerde plek om te trouwen, toch? Als je interresse hebt, lijkt het me wel raadzaam om eerst een offerte op te vragen.


Bij het hoofdgebouw ligt ook nog de zogenaamde cripte, een zaalachtige ruimte die deels open is naar de tuinen en gedomineerd wordt door prachtige bogenconstructies. Ook hier wachtte men op de bruiloftsgasten.
Villa Cimbrone is tegenwoordig in gebruik als (vijfsterren)hotel. Maak je geen illusies, een kamer hier ligt voor de gemiddelde beurs niet binnen bereik. Het park is echter gewoon open voor het publiek. Vier er voor de prijs van een toegangskaartje je eigen
huwelijk met de muzen van Ravello.



Fotocredits:
foto's 1, 40: Mentnafunangann, Wikimedia
foto's 24, 33, 38, 41, 47, 51, 57, 61 t/m 65: Miguel Hermoso Cuesta, Wikimedia
foto 27: Deror_avi, Wikimedia
foto 49: publiek domein, Wikimedia
Alle overige foto's eigen werk
Prachtig!